Plastisch
Dat is de klei zoals hij uit de zak komt, aangekocht bij de kleileverancier. Nu voelt hij koel en nat aan, dat is het moment om de klei te vormen. De klei kan makkelijk worden ingedrukt of gekneed en voelt ook wat kleverig aan.
Er zit nu ongeveer 40% water in de klei.
Lederhard
De klei is stijf geworden, plooien zal niet meer lukken zonder scheuren of barsten. Wel kan je de klei nog een beetje meer glad maken of extra reliëf aanbrengen. Inkerven bv van je naam. De klei heeft nog steeds dezelfde kleur als wanneer hij plastisch was en voelt nog koud aan.
Droog
De klei is nu veranderd van kleur, deze is lichter geworden. Het meeste water is verdampt en de klei heeft de omgevingstemperatuur aangenomen. De klei is klaar om te bakken.
LET OP! De klei is nu het meest breekbaar.
Ruwbak of biscuit (eerste bakbeurt)
De klei wordt een eerste keer gebakken tot 950°C à 1050°C. Al het chemisch water is nu weg. De klei is veranderd tot iets steenachtig. Het is een onomkeerbaar proces. Op dit moment is de scherf nog poreus, niet waterdicht. Er kan nu een glazuur worden aangebracht.
Hoogbak of glazuurbak
Nadat je een glazuur hebt aangebracht wordt je werkstuk nogmaals gebakken tot 1200°C à 1280°C. Dan spreken we van steengoed. De klei is nu 95% tot 100% waterdicht, afhankelijk van de kleisoort. De glazuurlaag geeft een glasachtig gevoel. Het is niet het glazuur die zorgt voor de waterdichtheid, deze is afhankelijk van de samenstelling van de klei en de temperatuur waarop de klei wordt gebakken.
Krimp
Klei krimpt ongeveer 10%, van natte tot gebakken toestand. Porselein krimpt nog meer, dat kan makkelijk 15% zijn. De krimp vindt plaats zowel tijdens het drogen als tijdens de twee bakbeurten. Tijdens de hoogbak gaan ook alle kleideeltjes zich met mekaar verbinden waardoor je de waterdichtheid bekomt. Dit noemt met de versintering.
Gebakken aarde is keramiek
Wanneer de plastische klei gebakken is spreken we van keramiek.