Ontwerp
- Bedenk wat je met deze techniek wil maken: een sierobject, een fruitschaal, een taartschaal, een tafellamp, een broodmand, …
- Kies de klei voor je ontwerp. Hou je meer van strakke witte of grijze tinten of passen aardetinten beter bij jou? Voor deze techniek gebruik je best zo fijn mogelijke klei, klei met weinig en fijne chamotte.
- Denk na over het patroon van de uitsparingen. Wordt het een herhalend patroon, dan begin je met je voorwerp te meten zodat je weet waar je uitsparingen moeten komen. Je kan ook kiezen voor een spontaan ‘gatenpatroon’ wanneer je het ontwerp bijvoorbeeld volledig wil perforeren met kleinere gaatjes of juist met organische uitsparingen.
- Laat je voor de herhalende patronen inspireren door de grafisch kunstenaar Escher, of door patronen op textiel (vb. kant), op inpakpapier of andere alledaagse patronen (ruitjes, strepen, rondjes, vierkantjes, een barcode, …). Uiteraard kan de natuur je ook inspireren (bladeren, bloemen, golven, dieren, …).