Textuur of reliëf

Aan de slag

• Om texturen te kunnen overbrengen moet je werk nog zacht zijn!
• Om de texturen niet te beschadigen, bij het vastpakken en bijwerken, kan je dit het beste als laatste stap doen.
• Als je enkele weken aan het zelfde werk bezig bent voor je er textuur wil op aanbrengen is het belangrijk om dit goed in te pakken! Je kan het beste je werk in meerdere lagen plastic inpakken. Voor je de laatste laag plastic aanbrengt kan je best je ingepakte werk natspuiten of een natte doek bij je werk inpakken. Op die manier verdampt het water uit de tussenlaag voordat je werk verder uitdroogt. Als laatste laag kun je het beste een grote zak over je werk trekken die je zo luchtdicht mogelijk inpakt. Je kan dit doen door de uiteinden onder de plank te plooien of dicht te plakken met schilders tape.

Bestaande textuur overnemen

• Zoek een stuk behangpapier, doek, blad van een boom of kantje met een mooie textuur.
• Leg deze vlak op je voorwerp en breng deze over in je werk

1. Met een roller voor plaatwerk; gebruik diktelatjes om te vermijden dat je plaat niet te dun wordt.
2. Met de bolle kant van een lepel of met een gladde bal voor holle en bolle voorwerpen.

Voorwerpen in de klei drukken

• Zoek voorwerpen waarmee je een mooie structuur of patroon kan overbrengen.
• Denk hierbij aan zowel alledaags gebruiksgoed als een vork, een schroef, een plankje, je eigen vingers, …
• Etenswaren kunnen ook mooie structuren hebben: bv. Pasta, bloemkool, rijst, boekweit, preiwortels, walnoten, …
• In de natuur zijn er veel mooie structuren te vinden: schelpen, vruchten van bomen en planten, stukje schors, …
• Druk de voorwerpen in de nog zachte klei met een zelf te kiezen herhalingspatroon.